maandag 14 april 2008

Mens niet gebouwd voor marathon (Midas Dekkers)

WEESP - Duizenden sporters lopen zondag de marathon van Rotterdam. Midas Dekkers schudt het hoofd. ,,De mens is niet gebouwd voor de marathon."

Midas Dekkers: ,,Marathonlopen is de ultieme vorm van sadomasochisme." 'Wil je thee? Koffie? Bier? Jenever? Hier 42 meter vandaan is een café. Daar hebben ze drankjes met aangename stoffen in overmaat.

Een paar slokken en je hebt een roes te pakken. Wie rent er nu 42 kilometer om eenzelfde gevoel in zijn hoofd te krijgen? De mens is niet gebouwd voor de marathon. Iemand die hem loopt, overvraagt zijn lichaam. Het skelet kan niet urenlang gedreun verdragen. Alsof je in een oud Volkswagentje een Ferrari-motor bouwt en 250 kilometer per uur gaat rijden.

Oermensen moesten vaak hard lopen, als ze werden achtervolgd door leeuwen bijvoorbeeld. Als zij na een kilometer sprinten last kregen van hun tenen of een oude kwaal aan het linkeroor, hoefden ze niet uit te rusten.

Het lichaam zorgt er voor dat je onder extreem gevaar verdoofd raakt. Je dient jezelf een opiumachtige stof toe, die endorfine wordt genoemd. Het is een noodmaatregel, zoals bij die leeuwenachtervolging. De pijn valt weg. Duursporters vinden het geweldig om in die trance te raken. Maar voordat ze daarin komen, moeten ze pijn lijden. Het lichaam zegt steeds: hou op, hou op! Dit gaat niet goed! De hardloper gaat echter gewoon verder.

Marathonlopen is de ideale vorm van sadomasochisme. De sadist en de masochist zijn in één persoon verenigd. De geest is de sadist, spoort het lichaam aan om verder te lopen. Het lichaam is de masochist, protesteert door steken en ademnood te krijgen. Het vraagt om genade. De geest vindt het heerlijk en jaagt voort. Normaal moet een sadist ergens een leren pakje vandaan halen, wat ketenen regelen en een zweepje bij zich hebben. Bovendien moet hij nog ergens een masochist op de kop tikken. Marathonlopers kennen die problemen niet. Ze zijn hun eigen speeltje, hebben alles bij de hand. Ze hoeven slechts een veel te kleine outfit aan te trekken en kunnen losgaan.

Die kleding stuit me tegen de borst. Alsof hardlopers bewust kinderkleertjes aantrekken, om te onderstrepen dat ze zich met een kinderachtige bezigheid inlaten. Dat korte onderbroekje, zo'n krap hemdje, dat petje op. Zo loop je toch niet over straat? Dan die schoenen. Het is merkwaardig dat ze zijn doorgedrongen tot het normale leven. Met gympen die gemaakt zijn om eenhonderdste van een seconde sneller de finish te halen, doet men boodschappen in de C1000. Iemand die sportschoenen mooi vindt, zou ik niet snel als binnenhuisarchitect aannemen.

Op die schoenen lopen duizenden zondag door Rotterdam. Gek genoeg hebben ze de behoefte het met zijn allen te doen. De mens is een aardig wezen. Totdat die in een groep optreedt. Als een massaal gezelschap eenzelfde doel heeft, kan dat ontzettend gevaarlijk zijn. Of het nu een marcherend leger, of een rennend stelletje marathonlopers betreft. Denk jij dat die hardlopers niet agressief zijn? Moet je eens proberen om als niet-sporter de weg over te steken als er een marathon aankomt. Ik vrees dat je op de Coolsingel word doodgetrappeld door die meute losgeslagen bizons.

Het is een gotspe dat een groot aantal idioten de Rotterdamse straten weer onveilig maakt, want de marathon is een fabel. Die Phidippides (hij liep van Marathon naar Athene, 42 kilometer, om daar te vertellen dat de Grieken de Perzen hadden verslagen, red.) heeft hem nooit gelopen. Pas eeuwen later is dat verhaal opgetekend. Een vriendje van Pierre de Coubertin, oprichter van de moderne Olympische Spelen, was taalkundige en diepte het sprookje op uit klassieke boeken. Op de eerste moderne Olympische Spelen van 1896 in Athene werd de marathon op het programma gezet, en een Griek won het onderdeel. Het leidde tot uitzinnigheid, daarom werd het zo populair.

Die oude Grieken zouden het een bespottelijke bezigheid hebben gevonden. Ze liepen maximaal 4800 meter. Ze geloofden in sporthelden met een harmonieus lichaam. Ze zouden zich een kriek lachen als ze zagen dat zo'n scharminkel een lauwertakkie op zijn kop kreeg. Geen Griek zou van een marathonkampioen een beeld in zijn huis willen.

Om in een bepaalde tak van sport uit te blinken, is een afwijking noodzaak. De gewichtheffer moet extreem zwaar gebouwd zijn, de basketballer overdreven lang. De ideale marathonloper is een buitengewoon schriel kereltje. Als je die mannetjes normaal op straat ziet lopen, denk je: wat een losers, die maken geen schijn van kans in onze moderne en harde maatschappij. Het is toch grappig dat een krankzinnige competitie is bedacht, waarin zij de beste blijken te zijn. Uitgerekend die kereltjes uit Afrika. Blanken mogen de marathon hebben verzonnen, de waarheid is dat zwarten harder lopen. Het is net schaken: wit begint en zwart wint.

Die iele marathonlopers werden vroeger freaks genoemd en op de kermis tentoongesteld. Precies dezelfde mensen worden tegenwoordig topsporters genoemd. We juichen hen in het stadion massaal toe. Medisch gezien zijn het mislukkelingen. De topsporter wordt niet oud. De Erica Terpstra's van dit land houden de jeugd de topsporters ten voorbeeld. Terwijl het juist de meest ongezonde wezens zijn. Kinderen moeten juist leren níét zo'n griezel te worden.

Dat Erica Terpstra met haar lichaam het lef heeft om het Nederlandse volk voor te schrijven dat het meer moet bewegen en minder eten. Waanzin. Ze staat zondag vast weer langs het parkoers. Dan kraait ze dat wij met z'n allen zo sportief bezig zijn. De lopers denken dat ze het ook fantastisch doen, want ze transpireren hevig.

Zweten is de manier om het lichaam koel te houden. Wij hebben van alle dieren het beste koelingsysteem. We kunnen er liters zweet per uur doorheen jagen. Wat doen die idioten in Rotterdam? Die lopen een dusdanig lange afstand, dat zelfs de meest perfecte koelmachine ter wereld naar de knoppen gaat. Een marathonloper lijkt op een centenbakneger (die kunstmatig een schotellip creëert, red.). Beiden rukken de harmonie uit hun lichaam. Alleen is het bij die neger voor iedereen zichtbaar, terwijl je niet kunt zien wat er in het lichaam van de hardloper allemaal kapotgaat.

Vanuit mijn raam zie ik oude mannetjes met een verkeerd pak puffend voorbij rennen. Waar is dat voor nodig? Je kunt inderdaad van a naar b sprinten. Als je er snel bent, zeg je nahijgend tegen jezelf: Ik heb wat gedaan, dus ik word vast gezond.

Je kunt dezelfde afstand ook wandelen. Op je dooie akkertje, kuierend, liedjes fluitend, kijkend naar de vogels en genietend van het landschap. Wanneer je heerlijk uitgerust op het eindpunt komt, ben je niet bezweet. Toch heb je exact evenveel calorieën verbruikt als die zwetende opa in dat kinderpakje.

Voor het afleggen van een vaste afstand is altijd hetzelfde aantal energie nodig. Of je nu sjokt of jogt. Iedereen die heeft opgelet bij natuurkundeles is zo verstandig om rustig te lopen. Mensen die liever gymnastiek op school hadden, gaan rennen.

Wandelen, daar is het lichaam voor gemaakt. Je word er niet moe van en kunt nadenken. Filosofen komen tot de beste gedachten als ze wandelen. Zelf ijsbeer ik graag, zo'n 4,2 kilometer per dag. Dat is genoeg om in conditie te blijven. Die marathon is niets voor mij. Bij de eerste straathoek word ik geveld door steken in de zij. Mijn milt is dan al uit elkaar geklapt. Ik krijg geen zuchtje adem meer. Ik luister liever naar mijn lichaam dan naar Erica Terpstra.

Nog even voor de duidelijkheid. Ik ben er niet op uit marathonlopers te laten stoppen met rennen. Wat ze met mijn relativering doen, moeten ze zelf weten. Maar alles wat hun tempo doet afnemen, is meegenomen.''

(Column van Midas Dekkers in het Algemeen Dagblad)

1 opmerking:

Anoniem zei

Ach ja. Je kunt ook de benen op de bank hangen en niets doen.